Verwarm de oven voor op 200 graden. Verhit 50 gram boter en een eetlepel olijfolie in een koekenpan tot de boter gesmolten is. Halveer de rode uien en snij in dunne plakjes. Bak de ui op een matig vuur in ongeveer 10 minuten zacht. Roer regelmatig. Voeg 1 tl. suiker toe en bak nog 5 minuten tot de gekarameliseerd zijn.

Verhit voor de tomaten de laatste 25 gram boter en een eetlepel olijfolie in een koekenpan van 25 cm (die in de oven kan), roer er 1 tl. suiker en de knoflook door en bak een minuut. Voeg vervolgens de tomaatjes met een paar takjes tijm toe en bak ongeveer 5-10 minuten op een matig vuur tot ze openbarsten en de sappen een beetje ingekookt zijn. Voeg de gekarameliseerde ui toe, een scheutje balsamicoazijn en breng op smaak met zout en peper.

Rol het deeg uit zodat het iets groter is dan de bovenkant van de pan. Leg het over het ui- en tomatenmengsel en druk de zijkanen naar binnen. Bak 30 tot 40 minuten in de oven tot het deeg goudbruin is. Laat 5 minuten afkoelen, zet een bord op de bovenkant en draai de taart erop. Bestrooi met extra tijm, zout en peper en serveer met de burrata. het deeg met een vork. Verdeel de achtergehouden geitenkaas over de taartjes en schenk het eiermengsel hierover. Leg in elk taartje een trosje van 5 á 6 tomaten. Rasp er als laatste nog wat Pecorino over. Bak de taartjes 25 tot 30 minuten in de oven mooi gaar en goudbruin.

Smakelijk!